Boven het Maaiveld FD

Wie zeggen de mensen dat ik ben? Deze vraag die Jezus in verschillende Bijbelboeken stelt, vormt de titel van de zomerexpositie van de Grote- of Jacobijnerkerk in Leeuwarden. De uitgenodigde beeldend kunstenaars geven verrassende antwoorden.

(Dit artikel verscheen oorspronkelijk in het Fries Dagblad)

Kaarsrecht zit ze in haar blauwe gewaad op het bankje in de boot. Om haar hoofd hangt een dunne sluier. Waar gaat ze heen? Met neergeslagen ogen vaart de vrouw haar toekomst tegemoet. Achter haar heerst er duisternis. Naast haar ook. De boot houdt koers en tempo.

Vlak naast haar zit de kleine jongen. Vol vertrouwen leunt hij tegen haar aan.

De gesluierde vrouw houdt teder zijn hoofdje vast, terwijl hij haar verwachtingsvol aankijkt met zijn grote kijkers. Durft ze hem niet in de ogen te zien? Weet ze teveel?

Boven het maaiveld, een installatie van Eveline van der Pas. Foto: Marcel van Kammen

Het schilderij De reis van Giovanni Dalessi is een aangrijpend mooi schilderij, vindt Jan Doede Niemeijer, voorzitter van de commissie kerk en kunst van de Grote kerk. Het heeft zelfs iets van een Piëta in zich, alhoewel dit kindje niet overleden is, maar nog volop leeft.

De toeschouwer die zo in de boot kan aanschuiven, weet waar het vaartuig naar toe vaart en kent zelfs de afloop. Is dat niet Aylan Kurdi? Dat driejarige jongetje dat uiteindelijk dood zou aanspoelen op dat idyllische Turkse strand bij Bodrum? Hij had de barre tocht van Kobani naar het westen niet overleefd. Zijn moeder wist van het gevaar, maar kon ze anders?

,,Dit werk van Giovanni Dalessi is voor mij een stil protest”, licht Niemeijer toe. ,,Dat we een kind zo laten sterven, net zoals Christus.” Niet dat Niemeijer een pasklaar antwoord heeft. ,,Maar het is waanzinnig hoe we met de vluchtelingenpraktijk om (moeten) gaan. Het past zó niet in de visie van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.”

Dit werk van Giovanni Dalessi is voor mij een stil protest. Dat we een kind zo laten sterven, net zoals Christus

De Piëta is een van de beelden die deze zomer geëxposeerd wordt in de Grote Kerk van Leeuwarden. Veertien Nederlandse kunstenaars werden door de commissie uitgenodigd te reageren op de uitspraak van Jezus: ‘Wie zeggen de mensen dat ik ben?’

Gerrit Terpstra, beeldend kunstenaar uit Heeg, zijn antwoord is duidelijk. Zijn uit stalen draden opgebouwde man zwicht bijna onder de last van de strak vastgebonden gebonden boeken die hij op zijn rug heeft. Grote kans de Terpstra de kringloop heeft afgestruind, waar zoveel theologische boeken op een geïnteresseerde liggen te wachten.

Werken van Schillebeeckx, Kuitert en Den Heijer, van de Nederlandse filmregisseur Paul Verhoeven en de Peruaanse theoloog Gustavo Gutiérrez liggen in stapels op zijn rug. Theologie van de bevrijding staat op een van de boekruggen.

Blijkbaar niet bevrijdend genoeg voor de arme ziel die naar beneden staart. Juist daar ligt een Friese bijbel opengeslagen bij Mattheüs 16, de plek waar Jezus zijn vraag stelt: Wie zeggen de mensen dat ik ben? Wordt met deze transparante figuur Jezus verbeeld? Doodmoe van al die commentaren die door de eeuwen heen op hem zijn losgelaten? Zo van, snappen ze hem nu nog niet? Of zijn wij die kromgebogen persoon zelf? Zo bezig met Bijbel en de Bijbelse taal dat we vergeten onze rug te rechten en Jezus in de ogen te kijken?

Onmacht

Toegegeven, aan de installatie van Wout Herfkens en Rinke Nijburg, ook wel De vrienden van Job genoemd, loop ik het liefste snel voorbij. ,,Moet dat nu”, zeiden een paar gemeenteleden tegen de commissie kerk en kunst, vertelt Niemeijer. Jazeker, dat moest. ,,De veertien kunstenaars kleuren de woorden van Jezus op eigen wijze. Juist dat maakt zo’n expositie de moeite waard.”

Vorig jaar had Herfkens in de expositie van de Grote Kerk rondom Pasen nog een ziekenzaal gemaakt voor alle Jezussen die met kruis en al bij het grofvuil of in tweedehandswinkeltjes waren beland. Niemeijer: ,,Hij had de Jezussen allemaal zorgvuldig van het kruis gehaald, zijn wonden liefdevol verbonden en op bedjes in de ziekenzaal gezet. Dat was het minste wat we Jezus konden geven.”

Is het werkelijk waar dat de huidige gemeenschap niets meer heeft met het geloof?

In deze installatie ligt de Jezusfiguur, die van afvalproducten is gemaakt, in onmacht. Feeding the birds heet het werk. ,,Het is bijna niet bij te houden hoe het christendom op dit moment wegvloeit”, zegt Niemeijer, ,,in zo’n hoog tempo gaat het. Is het werkelijk waar dat de huidige gemeenschap niets meer heeft met het geloof?” De tijd tikt en valt weg.

Het is aan de bezoekers om de koekoeksklok in de installatie steeds op te winden. De woorden: ‘Dit is mijn lichaam. Neem en eet het’, krijgen door de vogels die van Jezus’ lijf eten een wrange bijsmaak. Is dit het einde van het christendom?

,,Toen wij ons thema helder hadden, hebben we een aantal kunstenaars uitgenodigd om te reageren, vertelt Niemeijer ,,Zo van: dit is het onderwerp. Voel je er wat mee, dan ben je onze man/vrouw. Weet dat wij er als gemeente niet mee op de loop gaan.”

,,Dat vertrouwen over een weer is een vast baken geworden in de organisatie van de exposities”, vult commissielid Andries Monna aan. ,,Sinds 1987 hebben we meer dan honderd kunstenaars hier gehad.”

De commissie biedt al meer dan dertig jaar drempelverlagende activiteiten aan rondom geloof- en levensvraagstukken. Niemeijer: ,,Want natuurlijk vragen niet-kerkelijken zich af: waar zijn die gelovigen in godsnaam mee bezig?”

Juist beeldend kunstenaars kunnen via beeldtaal belevingen en emoties oproepen die woorden niet kunnen

,,Je kunt natuurlijk zeggen, kom maar eens langs in een kerkdienst”, vult Monna aan, ,,maar die stap is zo groot. Je moet ook niet direct willen gaan preken, laat geïnteresseerden eerst maar eens zo’n ruimte ontdekken. Juist beeldend kunstenaars kunnen helpen om via beeldtaal belevingen en emoties op te roepen die woorden niet kunnen.”

Vlieger

Nelly Zandberg uit Hurdegaryp kiest voor een sobere maar lichte invalshoek. Een etalagefiguur gehuld in soort van witte pij, kijkt schuin omhoog naar een vlieger waarmee ze is verbonden door middel van een stekker op het hart. Het snoer leidt omhoog naar het speeltuig dat zich in een hoek van de kerk genesteld heeft.

Doordat de vlieger licht geeft, wordt een kruispatroon zichtbaar. Het hart van de persoonsfiguur bezielt de vlieger, en andersom. ,,Als de stekker uit het hart wordt getrokken, wordt de vlieger een zinloos object en wordt de figuur een stijve modepop. ,,Ontroerend” , vindt Monna, ,,beide partijen hebben elkaar nodig.”

Aan een kunstwerk valt niet te ontkomen: bij binnenkomst van de kerk valt het oog direct op de feestelijke waaier van witte kleden die dwars door de nok van de kerk hangt.

Zijn het vlaggetjes van lichtheid die de mensheid uit zijn somberte haalt? Boven het maaiveld, een parabel heet de installatie. Beeldend kunstenaar Eveline van der Pas uit Marssum gaf dit project vorm, in het kader van Culturele Hoofdstad met 22 mienskippers. De ondertitel luidt Verguisd, verscheurd, genaaid, gehangen, gereinigd, verbonden.

Kijk goed. Al deze begrippen zijn van toepassing op die witte kleding waaruit het kunstwerk ritmisch is opgebouwd. Van der Pas noemt het werk in haar toelichting een luchtbrug. Een jakobsladder die God en mens verbindt.

De brug leidt vanuit het gekleurde licht dat achter in de kerk door de ramen valt omhoog naar de beelden boven het orgel die symbool staan voor Geloof, Hoop en Liefde. Een prachtige weg om te gaan, aldus Niemeijer.

De werken uit de zomerexpositie worden regelmatig als uitgangspunt genomen voor de zondagse eredienst

Vergeet niet buiten nog even in de nisjes van de kerk te kijken, tipt Monna. Paul Andringa heeft vijf holtes zorgvuldig tot de nok toe gevuld met witgeschilderde boeken, geflankeerd door steeds een ander attribuut.

Een van die kunstwerkjes heeft zo een kwast bij zich. Monna: ,,De werken uit de zomerexpositie worden regelmatig als uitgangspunt genomen voor de zondagse eredienst. Ds Jan Jaap Stegeman had het kortgeleden in zijn preek nog over dit werk. Dat we in de zondagse erediensten zo bezig zijn met woorden. Wat een geluk dat we die kwast hebben. Zo kunnen we de woorden steeds weer afstoffen en bruikbaar maken voor deze tijd.”

De zomerexpositie Wie zeggen de mensen dat ik ben? is te zien tot 8 september in de Grote- of Jacobijnerkerk, Leeuwardenwww.grotekerkleeuwarden.nl